Bijzondere omstandigheid
In een recent arrest van de Hoge Raad was sprake van een uitzendbureau dat buitenlands personeel inhuurde en weer uitleende. Het uitzendbureau had voor de werknemers voor huisvesting gezorgd en de btw afgetrokken. De inspecteur had de aftrek echter niet toegestaan, omdat er naar zijn mening geen sprake was van een bijzondere omstandigheid.
Belang onderneming staat voorop
Dat er sprake is van een bijzondere omstandigheid, moet de ondernemer bewijzen. De uitgaven voor die goederen of diensten moeten dan primair worden gedaan in het belang van de onderneming. Het persoonlijke voordeel voor de werknemer is daarbij voor de werkgever van ondergeschikt belang.
Wanneer is er wel sprake van bijzondere omstandigheid?
Uit het arrest blijkt dat hiervoor van belang is of personeelsleden de hun aangeboden onderkomens dienen te aanvaarden, zonder dat daarbij ruimte is voor een eigen keuze voor een bepaald onderkomen. Ook speelt mee of medegebruik van de huisvesting door een of meer anderen aanvaard moet worden.
In genoemde situatie hadden de werknemers deze keuze wel. De uitzendkrachten konden de huisvesting weigeren. Zij kregen echter geen vergoeding voor de huisvesting die zij zelf regelden en moesten de kosten daarvoor zelf betalen. Omdat er dus een keuzemogelijkheid was, was daarom geen sprake van een bijzondere omstandigheid.
Geen Nederlander te krijgen!
Het uitzendbureau voerde nog aan dat het alle moeite had gedaan Nederlandse uitzendkrachten voor de werkzaamheden te werven, maar dat dit niet gelukt was. Deze stelling werd echter niet onderbouwd, zodat de rechter eraan voorbijging.